Onderzoekers Thomas van Arkel, Kornelia Dimitrova en Shay Raviv leerden in hun onderzoek door te doen. Tijdens de kennis- en reflectiesessie van 3 mei deelden zij de belangrijkste inzichten uit de door hen recent afgeronde onderzoeksprojecten. Aansluitend gingen zij in kleine groepen met de aanwezige ontwerpers en partners van DDF, de diepte in.
Van Arkel onderzocht samen met Nynke Tromp wat er nodig is om meer synergetische samenwerking tussen de creatieve industrie en de veiligheidssector te bereiken. “Bij synergie gaat het om de effecten die je krijgt die je op een andere manier niet had kunnen krijgen”, licht Van Arkel toe.
Uit de analyse van vier exemplarische samenwerkingen tussen creatieve professionals en publieke veiligheidsorganisaties, kwamen Van Arkel en Tromp tot zestien bouwstenen voor synergetische samenwerking. Hoe die bouwstenen zich manifesteren in een samenwerking, en wat de ondersteuningsbehoefte van creatieve professionals en randvoorwaarden voor de verdere ontwikkeling van procesondersteuning zijn, verkenden de onderzoekers in een ontwerpend onderzoek.
Als lessen noemt Van Arkel onder meer dat samenwerking iets is waar je continu aandacht aan moet geven, en dat je die je zelfs kunt vormgeven. En de les dat een ontwerpproces meerwaarde kan opleveren dan alleen de uitkomsten. Het kan ook een middel zijn om de discussie aan te gaan en samen te reflecteren op de rol die de organisatie zelf speelt in het vraagstuk. Van Arkel: “Dat is ook wel een uitdaging, want je krijgt vaak niet de opdracht om op een hoger en meer strategisch niveau iets te gaan veranderen. Ontwerpers komen vaak op operationeel niveau binnen.”
Shay Raviv startte het ondezoek Beyond Projects vanuit de persoonlijke behoefte te begrijpen waarom het zo moeilijk is om ontwerpprojecten te implementeren. “Ik heb heb als ontwerper deelgenomen aan vele labs, challenges en open calls. We steken veel energie in het creëren van een samenwerkingsomgeving en toch worstelen we met de uitvoering. Hoe komt dat?”
Beyond Projects is een samenwerkingsonderzoek, het kwam tot stand samen met het What if Lab en collega-ontwerpers. Raviv schreef het visuele essay in dialoog. Eén van de lessen die Raviv tijdens de kennissessie noemt, is dat het komen tot uitvoering een continu proces is. “Wij zien projecten vaak als iets dat een einde heeft, die kunnen worden afgevinkt en uitgevoerd, maar in werkelijkheid is dat niet het geval. Sociale projecten leven; de context en samenwerking veranderen voortdurend. Zoals Jeanne van Heeswijk, een pionier in socially engaged art, die bij het het starten van een nieuw project probeert te denken dat ze eigenlijk een proces begint om samen iets te realiseren.”
“Dat betekent ontwerpen en nadenken wat ervoor nodig is dat het de komende tien jaar meegaat. De Voorkamer in Utrecht is een heel goed voorbeeld, deze plek bestaat al zes jaar. Je kunt zeggen dat het de hele tijd opnieuw is geïmplementeerd en onderhouden wordt. Het DNA van de plek gaat verder dan de mensen die ermee begonnen zijn.”
Social designer Kornelia Dimitrova, opgeleid als architect, onderzocht de afgelopen 10 maanden hoe ruimtelijke besluitvorming in de zorgsector in de praktijk werkt. Daarvoor voerde ze negen interviews met besluitvormers en experts binnen de gezondheidszorgsector. “Ik wilde begrijpen hoe zij komen tot grote beslissingen voor een gebiedsvisie of masterplan. Hoe geven ze vorm aan die processen en hoe kan ontwerpend onderzoek hierin van waarde zijn?”
“Ik vind het belangrijk om te begrijpen, te ervaren en te verbinden. Om samen te werken met de bestaande entiteit en werkwijzen, vraagt om een houding van openheid voor de creativiteit van de ander. Dat kan vernieuwing van binnenuit bevorderen.”Dimitrova bracht alle verhalen bij elkaar in een routekaart, dat overzicht geeft op het proces in zijn geheel. “Voor mezelf was dat heel waardevol, maar ook voor hen.” De onderzoekster benadrukt dat die routekaart als een levend document bedoeld is. “Het zijn alleen maar mijn interpretaties als ontwerper over hún proces. Met hun toestemming verwoord natuurlijk. De waarde van de routekaart uit zich vooral in de gesprekken, het faciliteert hoe we met elkaar samenwerken.”
Dimitrova deelt dat een van de lessen van succesvolle transformatie trajecten is om de focus te verleggen van het afvinken van een lijst met acties. “Het gaat om het positioneren van de juiste mensen, op het juiste moment, met de juiste functie en de juiste kennis. Het is meer dan projectplanning, het gaat om project choreografie.”
Tijdens het reflectiegedeelte liet Dimitrova de mensen in haar groep elkaar interviewden over een case waarvoor zij verantwoordelijk waren. “Wat was de droom waarmee je begon, hoe ben je tot een plan gekomen, hoe kwamen mensen in actie.” Er werden veel proceswijsheden door de deelnemers gedeeld, aldus de onderzoekster. Zoals: “De kern van samenwerken is een soort van mini-psychologie.” Mensen zijn allemaal anders, reageren anders. Iedere ontwerper zou eigenlijk een stukje psychologie moeten meenemen.”
En: “Het is zo belangrijk om niet na te hoeven denken over wat de andere mensen denken, maar het overzicht van het proces te behouden en bij je rol te blijven. Anders verlies je jezelf en je besluitvormingskracht in de verwarring van de ander, of in de drukte van de dag.”
Ook bij de reflectiesessie van Raviv deelden de aanwezigen hun ervaringen. Gebasseerd op de vijf peilers in Beyond Projects reflecteerden ze op hun eigen projecten.
Zoals een van hen het verwoordde: “Een mooie interpretatie van deze vijf aanpakken is om erover in gesprek te gaan met je stakeholders. Je kijkt naar hoe je met elkaar werkt. Vaak komt dat gesprek echter pas aan het einde.”
Het ging ook over het volwassen worden van de ontwerper: “Ik dacht altijd dat ik de wereld kon veranderen en de allerbeste ideeën kon bedenken. Dat is misschien niet heel slecht, maar tegenwoordig vraag ik me steeds meer af wat nu echt de rol van een ontwerper is.”
“Het was interessant om haar verhaal over het onderzoek te gaan omzetten naar de eigen praktijk”, zegt Hannah van Luttervelt, social designer bij Afdeling Buitengewone Zaken, na afloop.
Social designer Aurore Brard sloot aan bij de sessie van Van Arkel. Hij liet de mensen met elkaar in discussie gaan met de zestien bouwstenen uit zijn onderzoek. Brard: “Het was echt leuk om een nieuwe tool te gebruiken. Om een discussie te voeren over verschillende thema’s. Dat is ook zinvol voor de samenwerking tijdens het ontwerpproces.”
Tijdens de sessie benoemt een andere aanwezige dat het goed is om in gezamenlijke overleggen spanningen of andere gevoelens uit te spreken. “Soms zijn er dingen die je niet zo snel op tafel legt in een groep. Dan is goed om af en toe de personen apart te spreken en te vragen hoe ze vinden hoe het gaat. Door dingen te benoemen kun je verder.”